Aannemer VolkerWessels neemt binnenkort haar eerste volledig elektrische 160-tons hijskraan in gebruik. De machine is ontwikkeld en gebouwd door PV-E Crane in Oosterhout, een zusterbedrijf van de wereldwijde kraanverhuurder PVE Cranes & Services. Het bedrijf heeft grootse plannen met zijn elektrisch aangedreven hijskranen. Een tweede machine is verkocht en in aanbouw, meerdere types vakwerk- en telescoopkranen moeten op termijn volgen als het aan PV-E ligt.
Lees verder
Op een drukbezochte bijeenkomst kon VolkerWessels als eerste koper de sleutel van haar nieuwste machine in ontvangst nemen. Dick van de Laar, directeur bij VolkerWessels Materieel & Logistiek: ‘Door te investeren in 100 procent elektrisch hijsen voegen we de daad bij het woord in het realiseren van onze duurzaamheidsambities. We werken op deze manier aan een emissievrij VolkerWessels in 2030.’
Deze ambitie van de aannemer en de wens van PV-E om zelf een elektrische kraan te ontwikkelen kwamen in die zin mooi samen, zo blikken de bedrijven terug. De eerste elektrische rupshijskraan met vakwerkgiek uit de PV-E-stal is nu zo goed als klaar, en vertrekt binnenkort naar zijn eerste klus. Dat is zo’n drie maanden later dan oorspronkelijk gepland, vanwege de beperkte beschikbaarheid van componenten en een langere ontwikkelingstijd.
‘Een kraan bouwen is op zich al een uitdaging, maar een elektrische kraan is echt de overtreffende trap. Het is veel meer dan een elektromotor en een paar accu’s erin bouwen’, legt Rob van den Boogaard, managing director van PV-E Crane, uit. De PV-E kranen zijn niet alleen geëlektrificeerd, maar volledig nieuw ontwikkeld en onder eigen merknaam opgebouwd. De basiscomponenten zoals de onderwagen, draaikrans en het frame van de bovenwagen inclusief cabine, worden wel ingekocht bij een Chinese fabrikant. In Oosterhout bouwt PV-E de machine helemaal verder op, met zoveel als mogelijk Nederlandse componenten. Zo stelt Avezaat uit Schiedam de gieken samen en versterkt deze waar nodig. Samen met Urban Mobility Systems (UMS) in Oss ontwikkelde PV-E de elektrische aandrijflijn. Overige componenten komen van onder andere Rexroth en Pat-Krüger. ‘De kraan is volledig CE-, EMC- en TÜV-gecertificeerd en inmiddels uitvoerig getest in praktijk’, aldus Van den Boogaard.
Even overwoog PV-E om bestaande dieselhijskranen van een gevestigd merk als basis te nemen en die te gaan ombouwen met een elektrische aandrijving. Fabrikanten bleken echter niet erg happig, de technische informatie die zij wilden delen, bleef beperkt. Dit proces deed PV-E ook beseffen dat het zich als bedrijf compleet afhankelijk zou maken van zo’n fabrikant wanneer een bestaande machine als basis zou worden genomen. Daarop volgde vrij snel het besluit om dan maar een volledig eigen machine te gaan ontwikkelen.
‘Wij willen zelf bouwen. Dan zit je ook zelf achter het stuur. Bij het ombouwen van een bestaand merk kan een fabrikant de elektrificatie in de toekomst zomaar zelf oppakken en wordt het ontwikkelingswerk weer bij je vandaan getrokken. Dan sta je met lege handen.’
Daarnaast komt het zelf bouwen niet helemaal uit de lucht vallen. Moederbedrijf PVE heeft vanuit het recente verleden ervaring met het zelf fabriceren van machines, zoals de Woltman heistellingen en heihamers, op de locatie in Oosterhout. De mensen, de kennis en de werkplaats hiervoor waren er dus al.
‘Vanuit de gebruikers en vanuit eigen inbreng en ervaring waren er ook wensen. Als we een kraan gaan bouwen, wilden we deze dan ook zelf kunnen samenstellen met inbreng van de mensen die er dagelijks mee werken. Dat kan alleen als je een machine zelf bouwt. We hebben zelfs overwogen om ook de onderwagen en álles zelf te gaan bouwen, maar vanwege de hoge arbeidskosten hier zouden we ons dan uit de markt prijzen. We zijn een nieuw merk op de markt, dus we moeten ook concurrerend zijn.’
De door VolkerWessels aangeschafte PV-E Crane van het type EC160 is een 160-tons machine met een volledig elektrische aandrijving, waarbij een 370 kW elektromotor de hydropomp aandrijft. Dankzij twee ingebouwde en verwisselbare accupakketten van elk 130 kWu zou de machine 8 uur nonstop moeten kunnen draaien. De vakwerkgiek op dit type meet maximaal 75 meter.
De volgende configuraties zijn ook mogelijk: een 63 meter hoofdmast met een vaste jib van maximaal 31 meter, en een beweegbare jib-configuratie van maximaal 48,5 meter hoofdmast en 49 meter beweegbare jib. De machine voor VolkerWessels is uitgevoerd met 42 meter hoofdmast en een beweegbare jib van 43 meter. Een tweede PV-E Crane is nu in aanbouw voor een andere grote aannemer: Heijmans. Voorts heeft PV-E grootse plannen en wil het bedrijf toe naar een complete lijn elektrische hijskranen, met zowel vakwerkgiek (tot 300 ton) als telescoopgiek (65 tot 120 tons).
Eind maart vond de sleuteloverdracht plaats bij PV-E in Oosterhout en dat werd een druk bezochte bijeenkomst waar ook verschillende spelers vanuit de Nederlandse kraanwereld een kijkje kwamen nemen. Bedrijven volgen de ontwikkelingen richting emissiebeperking op de voet, zo blijkt. Het zijn echter de grotere aannemers met eigen projecten die tot nu investeren in de transitie naar elektrische rupshijskranen. Kleinere en middelgrote verhuurders zeggen ook wel potentie te zien, maar lopen tegelijk tegen onzekerheden aan, zo geven verschillende spelers los van elkaar aan. In de praktijk blijkt volgens hen dat opdrachtgevers naast het ter beschikking stellen van bouwstroom niet scheutig zijn met het betalen van hogere uurtarieven om de meerprijs van een elektrische kraan te dekken. Deze machines zijn met name duurder in aanschaf, al zien de verhuurders dat bij een juist uurtarief niet als een probleem. In dit segment is men wel gewend aan forse investeringen. Toch zien verhuurders met name in de restwaarde van elektrisch materieel wél een onzekere factor.
Een gebruiktmarkt voor elektrische machines is er feitelijk nog niet. De restwaarde hangt samen met hoe het segment zich gaat ontwikkelen. Wel verwacht bouwer PV-E dat elektrische vakwerkkranen straks de hele wereld over gaan, omdat het reduceren van emissies iets is dat overal gaat spelen. Dat zegt het bedrijf nu al te merken vanuit aanvragen voor nieuwe machines. Met de restwaarde van elektrische kranen komt het daarom ook wel goed, verwacht Van den Boogaard.
‘Juist dieselaangedreven kranen zullen in de toekomst hun waarde verliezen, verwacht ik. De verkoop van dieselaangedreven kranen en machines naar het buitenland wordt ook steeds meer aan banden gelegd, overheden vanuit het Oostblok en Afrikaanse landen nemen geen genoegen meer met de vervuilende afdankers vanuit het Westen. De exportmachines moeten daar aan steeds meer eisen en normen gaan voldoen, ervaren wij nu al. Ook daar willen en mogen ze geen vervuilende machines meer aankopen’, vertelt Van den Boogaard.
Feit is dat een vakwerkkraan uitgevoerd met een dieselmotor op dit moment nog een machine is die bij inruil zeer gewild is. Zeker ten tijde van een florerende economie zijn restwaardes hoog, en dat is van zeer groot belang voor de afschrijving per draaiuur en daarmee de kosten voor de gebruikers. Om onzekerheid weg te nemen zegt PV-E daarom te werken aan een gegarandeerde restwaarde van hun elektrische kranen na 10 jaar inzet. Van den Boogaard. ‘Dat doen we om dat stukje onzekerheid bij klanten weg te halen. De kraan moet dan wel voldoen aan vooraf bepaalde onderhoudscriteria.’
Tekst en foto’s: Matthijs Verhagen