Als een van de toonaangevende bouwbedrijven in Nederland investeert Heijmans in toenemende mate in emissiearme en emissievrije machines. De in 2019 geformuleerde ambitie om in 2023 CO2-neutraal te zijn en emissieloos te kunnen produceren, staat pal overeind. Senior inkoper Peter Schellekens en Stefan Daamen, senior adviseur duurzaamheid, maken de balans op. ‘We zijn goed op weg.’
Lees verder
Begin oktober 2021 bracht Heijmans naar buiten dat het investeert in de aanschaf van twee accu-elektrische rupsgraafmachines. Deze komen naar verwachting in april 2022 beschikbaar. Het gaat om 24-tons kranen van Liebherr, type R922 BE. De machines zijn ontwikkeld in samenspraak met UMS (Urban Mobility Systems) en Liebherr-importeur Wynmalen & Hausmann. De investering is voor Heijmans een nieuwe stap om de bedrijfsdoelstellingen te verwezenlijken.
Ook andere bouwbedrijven hebben de laatste tijd samen met UMS en de betrokken importeurs zware accu-elektrische rupsgraafmachines ontwikkeld. Ploegam koos samen met Staad voor een 30-tons elektrische Doosan DX300LC-7, GMB zocht samenwerking met Van der Spek Vianen voor de ontwikkeling van een 28-tons emissievrije Hyundai HX260AL. Van Oord koos ervoor om een 20-tons accu-elektrische Cat 320 NG Z-Line te kopen. Deze machine is in Noorwegen ontwikkeld en gebouwd door Pon Equipment.
Inkoper Peter Schellekens van Heijmans: ‘Om veiligheidsredenen willen we niet dat die zware accupakketten op het werk worden gewisseld.’
Hoewel de sector al volop investeert in emissievrije oplossingen, is de controle vanuit opdrachtgevers vooralsnog niet op orde. Anders gezegd: wie een aanbesteding wint met de voorwaarde om emissieloos of emissiearm te werken, krijgt tijdens de realisatie niet of nauwelijks te maken met toezicht. ‘Beloven is 1, doen is 2 – dat geldt zeer zeker ook bij aanbestedingen en de feitelijke uitvoering van het werk. Maar controles zijn er tot nu toe eigenlijk niet’, bevestigt Daamen desgevraagd. ‘Daarover lopen gesprekken met onder meer Rijkswaterstaat. Bekeken wordt hoe je het resultaat het beste kan meten’, voegt hij hieraan toe.
Werken met accu-elektrisch materieel vergt een omslag, weet Peter Schellekens. ‘Je hebt het over een andere manier van werken en daar moet je de collega’s in meenemen. Bij het kleinere materieel zoals trilplaten, stampers en doorslijpers moeten de accu’s tijdig worden vervangen. Daarvoor hebben onze mensen wisselpakketten bij de hand. Bij de zwaardere machines gaan we dit op een andere manier doen. Om veiligheidsredenen willen we niet dat die zware accupakketten op het werk worden gewisseld. Je hebt toch drie accupakketten van samen 390 kWh aan boord, en die pakketten wegen bijna duizend kilo per stuk. Daarom is het onze bedoeling om met een groot accupakket naar de machine te gaan en via kabels de accupakketten van de machine te laden. We gaan dus niet wisselen.’
Heijmans heeft in 2019 voor zichzelf de volgende doelstellingen geformuleerd:
Werken met zware accupakketten en hoge spanning vereist volgens Daamen extra zorgvuldigheid. ‘Je moet goede procedures afspreken om ervoor te zorgen dat je veilig kunt blijven werken.’ Schellekens en Daamen gaan ervanuit dat de nieuw aangeschafte Liebherrs het een volle werkdag volhouden op één acculading. Zo nodig kan een snellader worden ingezet (DC, direct current) om de accu’s in anderhalf uur tijd tot 80 procent bij te laden.
Toen Heijmans in 2019 de ambitie uitsprak om in 2023 emissieloos te kunnen produceren en als bedrijf CO2-neutraal te zijn, werd er volgens Daamen nog vanuit gegaan dat materieelfabrikanten emissievrije machines zouden gaan bouwen en leveren. Bij het lichtere materieel hebben veel fabrikanten die omslag inmiddels gemaakt, bij het zware materieel nog niet.
Daamen: ‘Nederland vertegenwoordigt op wereldschaal natuurlijk maar een klein marktaandeel. Onze vraag draagt niet bij aan de verandering van het productieproces bij de OEM’s. Daarom moet je zelf aan oplossingen gaan werken, zoals wij nu hebben gedaan met UMS en Wynmalen & Hausmann. Inmiddels kijken de grote fabrikanten wel naar Nederland. Het wekt hun nieuwsgierigheid: wat gebeurt daar allemaal?’
Om te begrijpen waarom grote bedrijven investeren in accu-elektrische machines en Stage V niet voldoende vinden, is het goed om het Klimaatakkoord in gedachten te houden. Vergeleken met oudere dieselmodellen zorgen Stage V-machines voor een aanzienlijke vermindering van de uitstoot van stikstof en fijnstof, en daarnaast voor een beperkte afname van de CO2-emissies. Maar om te kunnen voldoen aan de eisen uit het landelijk vastgestelde Klimaatakkoord, is ten minste een halvering van de CO2-uitstoot nodig in 2030, en dat lukt niet met Stage V-machines, hoe schoon de gebruikte dieseltechnologie ook is.
Om een bijdrage te kunnen leveren aan de gevraagde halvering van de CO2-emissies, kiezen bedrijven voor accu-elektrisch, waarmee de uitstoot van stikstof, fijnstof én CO2 naar nul gaat. Hierbij speelt nadrukkelijk een rol dat de rijksoverheid dreigt met wettelijke maatregelen als er in 2026 geen zicht is op de in het Klimaatakkoord geëiste CO2-reductie.
‘Als wij als bedrijf na 2023 CO2-neutraal willen zijn, en dus onze CO2-uitstoot willen reduceren naar nul, kom je op dit moment al heel snel uit bij de inzet van batterij-elektrische machines om die doelstelling te bereiken’, meent Daamen. Materieel op waterstof zien Daamen en Schellekens vooralsnog als toekomstmuziek, ondanks de recent door Mourik omgebouwde Liebherr R926-rupsgraafmachine die op waterstof draait.
Schellekens: ‘Waterstof zie ik vooral als een goede mogelijkheid voor de toekomst, een volgende stap. Eigenlijk is het een logisch vervolg op de elektrificatie van het materieel waarmee we nu bezig zijn. Het mooiste zou zijn als je in de geëlektrificeerde machines het accupakket straks kunt vervangen door een brandstofcel op waterstof. Maar dan moet wel de waterstof-infrastructuur op orde zijn.’
Daamen: ‘Op dit moment is de waterstoftechniek helaas nog inefficiënt. Van de opgewekte elektriciteit gaat ongeveer 40 procent verloren. Maar uiteraard is het alleen maar heel goed dat nu ervaring met waterstof gaat worden opgedaan.’
De routekaart van Heijmans. Volgens deze planning neemt het bedrijf in 2023 de eerste machine op waterstof in gebruik.
Schellekens benadrukt dat Heijmans er bij vervangingsinvesteringen altijd naar streeft om emissiearm of emissievrij materieel te kopen. ‘Maar het moet natuurlijk wel werkbaar zijn en blijven. We hebben bijvoorbeeld zevenhonderd bedrijfsauto’s. Die zouden we best willen vervangen door elektrische wagens. Maar als die busjes maar een actieradius hebben van 150 kilometer, gaat het niet werken. Bovendien zijn het laadvermogen en trekgewicht een probleem. Onze busjes liggen vol met gereedschap, en soms hangt er ook nog een volle aanhangwagen achter. Een elektromotor gaat dat niet trekken. Iets vergelijkbaars zie je bij een 36-tons binnendraaier. Op zo’n machine heb je geen ruimte voor de accupakketten. ’
Toch laat Heijmans geen mogelijkheid onbenut om de uitstoot te beperken. ‘Wij willen een leidende rol, en als toonaangevend bouwbedrijf kunnen wij het verschil maken. Dat is wat ons drijft. Samen willen we toewerken naar de ijkpunten die we als bedrijf in 2019 hebben vastgesteld’, zegt Daamen.
Accu-elektrische machines zijn duur. Volgens Schellekens kosten de twee nieuwe Liebherr-kranen Heijmans in aanschaf ‘ruim drie keer’ zoveel als twee Stage V-dieselmachines. ‘Daarnaast moet ook nog in grote accupacks worden geïnvesteerd, omdat we de machines niet over langere afstanden willen verplaatsen.’ Daamen: ‘Dit betekent dat als we de CO2-emissies willen reduceren, de kostprijs van ons werk en dus de tarieven omhoog gaan. Dat is onvermijdelijk, en daarover zijn we met opdrachtgevers in gesprek. Wat dat betreft is het hoopgevend dat het Hoogwaterbeschermingsprogramma speciaal voor dit doel extra geld beschikbaar heeft gesteld voor de uitvoering van dijkversterkingen.’
Een ander belangrijk punt is de samenwerking en afstemming met andere in de markt actieve bedrijven, waaronder ook concurrenten. Om die reden werkt een reeks partijen met elkaar samen in het Emissieloos Netwerk Infra. Uitgangspunt van dit samenwerkingsverband, waaraan bouwbedrijven, ombouwers, materieelleveranciers en energiebedrijven deelnemen, is een emissievrije bouw, en dus volledig uitstootvrij materieel, in 2026.
Daamen: ‘Met elkaar proberen we meer eenduidigheid te krijgen, zodat bijvoorbeeld accupakketten uitwisselbaar zijn tussen diverse merken, en dat dezelfde oplaadstekkers worden gebruikt. We hebben hierin al belangrijke stappen gezet, en blijven de samenwerking opzoeken. Daar worden we allemaal alleen maar beter van.’
Overzicht van de investeringen van Heijmans in emissiearm en emissievrij materieel.