De wijk Treebeek in Brunssum wordt op grote schaal opnieuw ingericht. Portiekflats in de wijk zijn door Heezen circulair gesloopt. Tal van materialen die bij de sloop vrijkomen worden op hoogwaardige wijze hergebruikt.
Verdiepingsvloeren, trapdelen en dakgrind gaan naar een depot een paar honderd meter verderop. Zodra de nieuwbouw daarvoor gereed is, worden de materialen weer uit depot gereden om opnieuw te worden gebruikt.
Het dakgrind wordt gewassen en uiteindelijk weer gebruikt op de daken van de bergingen van de nieuwbouwwoningen.
De tachtig verdiepingsvloeren - in stukken van 2 x 2 meter - gaan straks dienen als bodem van de nieuw aan te leggen vijvertuin in de wijk. De 35 vaste trappen en 70 lopende meter trapdelen worden gebruikt om de hoogteverschillen tussen het straatniveau en de ingang van de woning te overbruggen. Daarnaast zijn 125 kozijnen verhandeld via een bedrijf voor tweedehands bouwmaterialen.
Het is voor Heezen niet het eerste circulaire sloopproject, maar nog niet eerder lag de lat zo hoog. Het gehele proces wordt begeleid door Re Use Materials, een ingenieursbureau dat zich richt op het circulair maken van de sloop, bouw en het beheer van gebouwen.
Bij de circulaire sloop van het voormalige Gemeentelijk Ziekenhuis Dijkzigt in Rotterdam is voor Oranje asbestproblematiek uitdaging nummer één. De ligging van het oude ziekenhuis in een zorgomgeving is de tweede uitdaging. Elke vorm van hinder is uit den boze. Vooraf is een zogeheten materialenpaspoort opgemaakt, met een nauwkeurig inventarisatie van alle aanwezige producten en materialen. De beschikbaar komende materialen en producten worden te koop aangeboden op Marktplaats.nl, Oogstkaart.nl en Insert.nl. Circulair slopen betekent ook dat het beton wordt gebroken voor hergebruik in de betonindustrie.
Het te slopen gebouw staat pal naast het Erasmus MC. Behalve herrie moet Oranje ook trillingen tot een absoluut minimum beperken, vanwege medische apparatuur voor kankerbestrijding. Daarom wordt er op grote schaal geknipt. Oranje maakt gebruik van NPK-scharen met boosters van het type SV-24XR, SV-36XR en SV-65XR.
RGS noemt zichzelf ‘duurzame hervormers’; bestaande bouwstoffen worden hervormd tot nieuwe grondstoffen. Bij gebouw R1 op de Fontys Campus in Eindhoven worden deze mooie woorden in praktijk gebracht als een schoolvoorbeeld van circulair slopen. Gebouw R1 is in de jaren tachtig opgetrokken voor de techniekopleidingen. Nieuwe opleidingen vragen echter om een heel andere leeromgeving. Reden om te kiezen voor sloop en nieuwbouw.
In januari 2020 begon RGS met een grondig onderzoek van het complete gebouw, waarbij een medewerker alle in het gebouw gebruikte materialen beoordeelde op de mogelijkheden van hergebruik en verkoopbaarheid. Zo zijn onder meer de tapijttegels verkocht, waarbij de koper ze zelf verwijderde. Dat scheelde RGS vele arbeidsuren. Ook de plafondplaten waren snel verkocht, evenals de deuren die de koper zelf demonteerde.
Circulair slopen is vaak arbeidsintensiever, maar komt onder de streep goed uit als de opbrengsten van materialen die geschikt zijn voor hergebruik, voldoende opleveren. Zuiver scheiden van materialen is daarbij noodzaak. Eind vorig jaar waren alle te demonteren materialen en bouwelementen uit gebouw R1 verwijderd, waarna de machinale sloop kon starten.
Vlasman won de EMVI-aanbesteding van de sloop van een voormalig ABN-Amro-filiaal in Leiden op duurzaamheid en circulariteit. Kernpunten: maximaal hergebruik van de vrijkomende materialen en zoveel als mogelijk werken met elektrische machines. Bemoeilijkende factor: direct naast het te slopen gebouw staat een monumentaal pand.
Voor de binnensloop zette Vlasman een elektrisch aangedreven Bobcat-schranklader in en een eveneens elektrische Brokk-slooprobot crushte de verdiepingsvloeren. Hier ging veel handwerk aan vooraf. Systeemwanden werden gedemonteerd en naar Polen geëxporteerd en ook de stalen balken en het gehele brandtrappenhuis werden verkocht voor een tweede leven.
Na leegsloop van de binnenzijde werd een begin gemaakt met het buitenblad. Dat moest handmatig steen voor steen worden gesloopt, om schade aan het naastgelegen monumentale pand te voorkomen. Hierbij maakte Vlasman gebruik van een houten beschermingsconstructie die de slopers mee lieten zakken bij het afbreken.
De sloper had ook wel wat administratie bij te houden. Zo moest bijvoorbeeld via foto’s, facturen en transportdocumenten worden onderbouwd dat de vrijgekomen materialen daadwerkelijk weggaan voor hergebruik. Ook kentekens van trucks moesten op de foto om te kunnen staven dat ze voldoen aan de emissie-eisen.