Sloopondernemer Robin Joosen uit het Belgische Brecht was al langer in de markt voor een sloopkraan met high-reach giek. Maar in het segment rond de 30 ton vond hij niet wat hij zocht. Veel fabrikanten leveren alleen iets zwaardere types af-fabriek, terwijl Joosen juist in de markt was voor een compacte en wat lichtere machine met tóch een groot bereik. Joosen overwoog speciaalbouw, maar daar hing een forser prijskaartje aan. Op dat moment kwam Doosan met de DX235DM: eigenlijk precies wat Joosen nodig had.
Lees verder
Joosen Robin BVBA is gevestigd in de streek tussen Antwerpen en Breda. Joosen begon in 2009 zijn eigen sloopbedrijf, of zoals men het lokaal mooier zegt: ‘hij startte als zelfstandige in de afbraakwerken.’ Met een eerste eigen rupsgraafmachine werden de binnenkomende klussen geklaard.
Met de jaren kwamen er meer machines bij, tot nu negen in totaal. Tot voor kort allemaal standaard rupsgraafmachines, variërend van de klasse minigraver tot een 23-tons semi-binnendraaier. Wat voor soort werk ze hiermee doen? Daar kan Joosen kort over zijn: ‘Alles’. Van de kleinste inpandige sloopwerken tot totaalsloop, op het platteland tot in hartje stad Antwerpen, en voor particulieren tot aan multinationals in de havens. De werken lopen uiteen van een klein vloertje uitbreken in een woning, tot het knippen van complete industriële opslagtanks in de Antwerpse havens.
Joosen werkt met een vast team van vier medewerkers. Er is geen onderscheid tussen machinisten en handslopers: allemaal kunnen ze op de machines draaien, en tegelijk pakken ze ook aan in het handsloopwerk. Datzelfde geldt trouwens ook voor de eigenaar: die is het liefst bezig op de werkvloer, al is kantoorwerk uiteraard nodig voor het aannemen van nieuwe werken. Transport en het breken van puin laat Joosen door derden doen. Zo kan men met een beperkte vaste kern toch veel werk verzetten. Met steeds meer verschillende werken kwam het ook wel eens voor dat gebouwen eigenlijk te hoog waren voor de rupskraan met standaardgiek. ‘Dan sloopten we de bovenste verdieping eerst met de hand, en dan de rest met de machine. Voor de veiligheid is dat niet zo graag gezien’, legt Joosen uit.
De wens voor een machine met langere giek was echter een optelsom van meerdere factoren. Zo heeft een van de machinisten al ruime ervaring met highreach-machines bij een eerdere werkgever. Een belangrijke basis, volgens Joosen. Ook in het werk was niet altijd de hoogte, als wel een groter bereik handig. Vooral bij kelders en waterputten op een slooplocatie kan het handig zijn om een grotere afstand te overbruggen. Dat kan met een langere giek. In de havens was meer hoogtebereik wel wenselijk om ook hogere ketels en opslagsilo’s te kunnen knippen. En met meer bereik is het in de stad op krappe locaties veel makkelijker werken omdat de machine dan op één plek kan blijven staan en toch veel bereik heeft. Dat werkt veel gemakkelijker en veiliger.
Om die reden wilde Joosen een niet te forse basismachine met toch een lange giek. En die zijn niet breed gezaaid in de markt, kwam hij de laatste jaren al snel achter. De merken waar Joosen een offerte aanvroeg, konden óf alleen een zwaarder type leveren af-fabriek, óf kwamen als alternatief met het aanbod om een machine uit de 20-tons klasse lokaal om te bouwen met een sloopgiek. De aanschafprijzen bleken fors, terwijl Joosen zocht naar een machine die toch enigszins betaalbaar moest zijn. De overstap van een standaardmachine naar een sloopkraan met lange giek was immers sowieso al een financieel grote sprong.
Uiteindelijk kwam Doosan in 2020 op de proppen met haar nieuwe lijn sloopmachines, waaronder het type dat Joosen zocht. Voor hem was dit exact het juiste moment, en zo stapte de ondernemer afgelopen jaar samen met zijn machinist en de Doosan-dealer in de auto om in Frankrijk proef te draaien op één van de eerste demo-machines. En dat overtuigde eigenlijk direct. Joosen: ‘De machine was compleet af-fabriek, eigenlijk zoals we ‘m wilden hebben. Wel hebben we gekozen voor brede rupsplaten voor meer draagkracht, maar vanwege transport ook weer niet te breed.’
Terugkijkend viel alles samen. De lichtste Doosan uit de serie was op papier precies wat Joosen zocht. Bijkomend voordeel: tegelijk was ook de importeur erop gebrand om een eerste sloopmachine in de Belgische markt te zetten. Bovendien voldeed nu een standaarduitvoering terwijl Joosen eerder aangewezen was op speciaalbouw. ‘Het prijsverschil met concurrenten was echt evident’, blikt Joosen terug. En dus werd de machine afgelopen zomer gekocht, waarbij Joosen nog wel koos voor extra contragewicht voor extra stabiliteit bij werken met gestrekte giek. De machine heeft nu een eigen gewicht van iets meer dan 30 ton.
Op de Matexpo-beurs stond Joosens machine als Benelux-primeur, niet veel later kon deze aan het werk. Joosen zet de machine zowel in met de korte als de lange giek. Het verwisselen duurt een halfuurtje. Als detail liet Joosen een automatische smering opbouwen die ook de gieken smeert. De smeerleidingen zijn via een snelkoppelblok eenvoudig aan en af te koppelen bij het wisselen van de giek. Aan de CW-snelwissel hangt een sorteergrijper ofwel een MQP25 van Demarec, waarbij Joosen de bekken kan wisselen voor een ijzerschaar, tankknipper, vergruizer en wat al niet meer. Een setup die goed bevalt en een tool die qua gewicht prima bij de machine past, en die bovendien ook nog wordt ingezet aan de standaard rupsgaafmachine als dat zo uitkomt. De Doosan houdt zich na een paar honderd uur prima, aldus Joosen, die nog een extra reden aanvoert om juist voor deze gewichtsklasse te kiezen. ‘Dankzij het beperkte gewicht en afmetingen kunnen we deze Doosan nog zelf verzetten op de eigen vierassige semi-dieplader, zonder de lange giek te demonteren en zonder andere beperkingen. Dat is ook belangrijk, bij een wat zwaardere machine zou dat niet meer mogelijk zijn.’
Doosan levert sinds kort sloopmachines af-fabriek. Hiervoor ging Doosan al eerder een samenwerking aan met Laurini, voluit Laurini Officine Meccaniche. Dit is een Italiaanse fabrikant annex ombouwer. Doosan levert daar de basismachines aan, vervolgens bouwt Laurini er in serie de sloopgieken aan, maakt de cabine kantelbaar en modificeert de onderwagens. Ook voorziet men de nieuwe machines daar als geheel van een nieuwe CE-markering en lastmomentbeveiliging.
Het gaat om drie types sloopkranen: de DX235DM die Joosen inmiddels in gebruik heeft, de DX380DM en de DX530DM. De zwaarste weegt ruim 73 ton en heeft een hoogtebereik van 31 meter.
In de praktijk bouwt Laurini de machines dus om. Feitelijk werkt het bedrijf echter volledig in opdracht van Doosan, zodoende spreekt men toch van ‘af-fabriek’ geleverde Doosan sloopkranen. Dat lijkt een nuanceverschil, maar is voor kopers belangrijk. Bij eventuele geschillen heb je als koper in dit geval niets te maken met de ombouwer. Doosan geeft fabrieksgarantie op de machines als geheel, dus op zowel de basismachine als de sloopgiek. Zo heb je één aanspreekpunt.
‘Omdat de machines al voorbereid naar Italië komen en in serie gebouwd worden, scheelt dat in de kosten ten opzichte van een machine die speciaal op klantwens wordt omgebouwd. Tenminste, die ervaring hebben wij nu in markt’, legt Steven Royakkers van de Belgische Doosan-importeur Interparts uit. Binnenkort komt Doosan overigens met een vernieuwde lijn sloopmachines, voorzien van nieuwe bediening en Stage V-motoren.