Lees verder
Het werken met een high reach-sloopkraan is een vak apart. Het vereist immers inzicht, verantwoordelijkheidsgevoel en specifieke kennis van de constructie om een gebouw op een veilige manier te slopen. Het is de machinist die tijdens zijn werkdag continu de juiste beslissingen moet nemen. Stichting Vakopleidingen Sloopbedrijf (SVS) en Veras organiseerden speciaal voor hen de eerste Kennisdag voor High Reach Sloopmachinisten.
Er kan nog zo’n mooi plan van aanpak liggen, zodra een sloopproject eenmaal van start gaat dan is het in praktijk de machinist die grotendeels vanuit zijn cabine uitdenkt hoe hij het betreffende gebouw zo veilig mogelijk kan slopen. Eigenlijk een hele wetenschap. Toch kijkt de buitenwereld er soms wat simpel tegenaan, zo ervaren de machinisten zelf wel eens. Een beetje aandacht voor het vak kan dus geen kwaad, zo dachten SVS en Veras.
De kennisdag was vooral opgezet voor de onderlinge kennisuitwisseling; die is waardevol omdat elke machinist zo zijn eigen ervaring heeft. Daarom werd een actieve bijdrage gevraagd van de deelnemende machinisten. ‘Hier zit heel veel kennis vanuit de praktijk. Kennis die je misschien niet uit boekjes of tabellen kunt aantonen, maar die wel heel belangrijk is. Dat vind ik heel waardevol’, legt dagvoorzitter Kees van Dongen uit.
Om het ijs te breken stellen alle deelnemers zich voor. Het twintigtal deelnemers bestaat grotendeels uit high reach-sloopmachinisten die vanuit het hele land werken bij verschillende sloopbedrijven. Praktisch alle bekende namen zijn present. Daarnaast is er ook een enkele eigenaar en enkele machinisten die nu nog met een korte giek in het sloopwerk zitten en de ambitie hebben om door te groeien naar een high reach-machine. Zo worden vrijwel alle high reach-machinisten geboren, vertelt Edwin van Diemen, mede-eigenaar van Van Diemen Sloopwerken in Leiden. Hij is zelf iemand van de praktijk. Begonnen op een klein kraantje in het sorteerwerk, later doorgegroeid naar standaardmachines van 25 tot 50 ton. Van Diemen: ‘Voor dit soort machines zijn wel machinisten te vinden, maar voor een high reach-machine is dat toch anders. Sowieso is de stap om te investeren in zo’n machine best groot voor een familiebedrijf.’
Hier stipt Van Diemen een belangrijk punt aan, want los van de veiligheid en andere facetten, zijn high reach-machinisten simpelweg aan het werk met zeer prijzige machines. Een paar ton aanschafwaarde is niets, bij de grotere speciaalbouwmachines loopt dat op tot enkele miljoenen. Vertrouwen is dus belangrijk. In de zoektocht naar een machinist zocht Van Diemen vooral naar een rustig persoon, iemand die ervaring heeft in de constructies. En in wie hij, als eigenaar, vertrouwen heeft. Die machinist leerde het hoogslopen vervolgens in de praktijk. Van Diemen ziet het vak high reach-machinist écht als een specialisme.
Zo heeft elke deelnemer zijn eigen verhaal. Bart van der Most werkt bij Bork in Stuifzand, tegenwoordig als uitvoerder, maar daarvoor tien jaar als kraanmachinist. Hij eindigde op de high reach-machine, waar hij zelf in de praktijk mee leerde werken. Een taak die hij nu heeft overgedragen aan een collega die ook meegekomen is.
Het werken op de sloopkraan met lange giek bood Van der Most de afgelopen jaren vooral veel uitdaging. ‘Je moet goed kijken wat je doet. Elk betonnen gebouw is anders en je moet het goed aanpakken en nadenken. Bij elke sloop maakten we eerst een rondje door het gebouw. Pas als je er zelf voorstaat kun je zelf het beste inschatten hoe je het aanpakt.’
Die manier van werken herkennen veel machinisten in de zaal. Vooraf gemaakte plannen van aanpak hebben vaak een beperkte waarde, omdat de machinist het totaalplaatje ziet van het gebouw in de omgeving, dat laatste komt vaak neer op werken in zeer beperkte ruimte.
Doordat machinisten in de praktijk zelf veel keuzes maken, dragen ze ook een grote verantwoordelijkheid. Daar kunnen ze prima en verstandig mee overweg, blijkt uit de reacties uit de zaal. Die medaille heeft ook een keerzijde, want verantwoordelijkheid verandert in aansprakelijkheid zodra er iets misgaat leggen de inspecteurs Van der Sanden en Schenk uit. Zij werken voor de Inspectie SZW, die komend jaar weer als vanouds Arbeidsinspectie gaat heten. De mannen leggen uit hoe ze te werk gaan, wat ze tegenkomen in de praktijk en wat de wetgeving daarover zegt.
Volgens de wet speelt de opdrachtgever een belangrijke rol, deze moet ervoor zorgen dat een aannemer en vervolgens machinist veilig kan werken. Machinisten vertellen op hun beurt dat die wereld niet altijd aansluit bij de aanbestedingen en praktijk die zij ervaren, waarin bijvoorbeeld wordt geëist dat een naastgelegen weg open moet blijven. Daarom doen de mannen van de Arbeidsinspectie ook een oproep aan de machinisten. ‘Deel jullie kennis en zorg dat die bijvoorbeeld ook bij de werkvoorbereider terechtkomt.’
Het vervolgprogramma was meer technisch ingestoken. Zo ging Arthur Polak van Demtech in op de balans tussen uitrustingsstuk en sloopmachine. Constructeur Peter Oudshoorn ontwerpt gebouwen en ging vervolgens dieper in op de technische aspecten van een gebouw en de gevolgen hiervan voor het slopen. Hoe behoud je zo lang mogelijk stevigheid in je sloopproject? Met dilatatievoegen, voorgespannen betonvloeren, en de invloed van prefab-bouwen ging hij de diepte in, en dat sprak de machinisten wel aan.
Bij het voorbereiden van zijn presentatie vreesde de ingenieur erg ver af te staan van de doelgroep van vandaag. Gaandeweg toont de constructeur zich oprecht verrast over het hoge kennisniveau over gebouw- en betonconstructies onder de sloopmachinisten. Eigenlijk zijn ze met hetzelfde bezig. Het bewijst maar weer eens dat slopen omgekeerd bouwen is, waarbij men toch vaak op dezelfde manier moet nadenken. En beide is een vak op zichzelf: of je nu constructeur bent, of machinist op een sloopmachine.
Tekst en foto’s: Matthijs Verhagen