Lees verder
Geen snelle binnendoorroutes voor Hitachi als het aankomt op de ontwikkeling van elektrische machines. Hitachi kiest haar eigen weg: eerst grondig testen, beperkte aantallen produceren en dan verder kijken. In zee gaan met een ombouwer past zeker niet in het plaatje. Hoewel Japan ver weg is, neemt Hitachi de Europese markt én de vraag naar elektrisch wel serieus. Een tweede accu-elektrische machine is inmiddels in aantocht. Het European Application Center (AEC) speelt hierin een sleutelrol.
Hitachi is nuchter over de ontwikkeling van elektrische machines, ondanks de vraag vanuit sommige markten. ‘De componenten voor de aandrijving van elektrische machines zijn op het moment nog steeds duur en we hebben nog verschillende hindernissen te overwinnen om deze op een acceptabel niveau te brengen voor onze klanten. Toch is er behoefte aan uitbreiding van de range elektrische machines, om klaar te zijn voor een snelle expansie van de markt’, zei AEC-directeur Harald Thum eerder. Juist het AEC speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van nieuwe elektrische Hitachi-machines. Dit bedrijf werd in 2018 opgericht en is een joint venture tussen Hitachi Construction Machinery en KTEG. KTEG is op zijn beurt weer een dochteronderneming van de Duitse Hitachi-importeur Kiesel.
Op de Bauma in 2019 waren de eerste resultaten te zien: de ZE85 en ZE19. De 8,5-tons ZE85 is inmiddels alweer even te koop en met name in Scandinavië een succes. Daar zijn er een vijftigtal verkocht. De Nederlandse importeur heeft twee machines opgenomen in de verhuurvloot. Nieuw is dat Hitachi de ZE85 sinds kort in haar eigen fabriek in Amsterdam fabriceert. De elektrische aandrijflijn uit Duitsland bouwt men hier op een nieuwe assemblagelijn samen in de basismachine die zonder dieselmotor vanuit Japan komt. Het onderstreept dat Hitachi dicht op onze markt zit, ook al is het hoofdkantoor ver weg.
De Japanners bewandelen wel hun eigen weg en volgen hun eigen visie. Terwijl veel fabrikanten inzetten op elektrische minigravers, heeft Hitachi de ontwikkeling van de 1,9-tons ZE19 juist in de ijskast gezet. Volgens Hitachi blijkt het lastig om voldoende accu-capaciteit in zo’n compacte machine te krijgen. Of er zou een zeer kleine accu in moeten waardoor de werktijd op één acculading kort is, of er moet een grotere accu komen waardoor de machine juist zijn kracht, de compactheid, verliest. Het zijn twee opties die Hitachi niet ziet zitten. Daarom richt de fabrikant zich de komende tijd op twee elektrische types: enerzijds de genoemde ZE85, nieuw is daarnaast de ZX55U-6EB.
Hitachi Construction Machinery Group (HCM Group), met het hoofdkantoor in Tokio (Japan), is de bouwmachinetak binnen Hitachi Group, met wereldwijd ongeveer 20.000 werknemers. Hitachi Construction Machinery Europe (HCME) is de Europese tak en telt ruim 600 medewerkers. HCME werd opgericht in 1972. Vanwege het faillissement van toenmalig importeur Hovers in Tilburg besloten de Japanners om een eigen Europese verkoopvestiging te starten. Later werden ook fabrieken gebouwd in ons land.
HCME vierde onlangs haar 50-jarig jubileum met een open dag van de eigen fabriek in Amsterdam waar men graafmachines van 10 tot 45 ton assembleert en aanpast voor de Europese markt. Sinds kort bouwt men hier ook de elektrische ZE85. En voor bepaalde types produceert men de onderwagens.
Eerder had HCME ook een minigraverfabriek in Oosterhout. Deze is vorig jaar echter gesloten, de productie is verplaatst naar Japan. Nog wél in Oosterhout gevestigd is Hitachi’s Europese onderdelenmagazijn en het dochterbedrijf Hitachi Construction Machinery Nederland (HCM Nederland). Dit is de importeur van de Hitachi machines voor Nederland met tevens een werkplaats in Hoogeveen.
Op de onlangs gehouden open dagen konden klanten in Amsterdam proefdraaien op het eerste en enige prototype van de ZX55U-6EB in Europa. De machine is wat betreft afmetingen identiek aan de dieselversie, waarmee het een compacte binnendraaier is. De motorkap aan de achterzijde wijzigde in een vastgeboute blauwe plaat waarachter zich de accu’s bevinden. Enkel de verdamper van de airconditioning kon geen plekje meer vinden onder het plaatwerk en bevindt zich daarom op een ietwat afwijkende plek aan het cabinedak. Draaien doet de machine als de dieselvariant: het karakter, de snelheid en de capaciteit wijzigden amper, zo kunnen we vaststellen in de zandbak.
Deze nieuwe elektrische variant van de ZX55U-6 bouwt Hitachi volledig in Japan. De machine maakt dan ook gebruik van andere componenten dan de ZE85. Zowel accu als elektromotor betrekt Hitachi vanuit de Japanse automotive industrie. De ZX55U werkt met een 400V lithium-ion accupack dat 39 kWu levert. De 5,3-tons machine is via krachtstroom (400V) te laden dankzij de ingebouwde 22 kW-lader. De machine kan ongeveer een halve dag draaien op één acculading, volgens Nori Kinugawa. Hij is binnen Europa verantwoordelijk voor de compacte graafmachines en de elektrificatie hiervan. ‘Het hangt af van het werk dat je ermee doet. In continu zwaar werk is dat 2 tot 2,5 uur. In gemengd werk zal dat een halve dag zijn. Het hangt ook af van de buitentemperatuur en de instelling. Kiest een machinist voor full-power of draait hij juist zuinig aan?’
Draaien op netspanning en tegelijk de accu laden is ook mogelijk. Hiertoe beschikt de machine over een zwenkarm die de laadkabel geleidt. De eerste machines zullen in april 2023 uitgeleverd worden. Hitachi is vooralsnog van plan een serie van vijftig stuks te bouwen. De prijs is ongeveer drie keer zo hoog als een conventionele diesel.
‘Als Hitachi nemen we de markt voor elektrische machines zeer serieus. Daarom willen we meer modellen’, legt Kinugawa uit. Toch lijkt de vraag op dit moment in verkoopaantallen nog beperkt. Kinugawa: ‘Als de vraag komt en we moeten dan nog gaan ontwikkelen, dan zijn we te laat.’
Toch lijkt het op dit moment erg lastig om de markt te voorspellen. Hitachi laat zich in elk geval niet vastpinnen op jaartallen en het aandeel elektrische machines binnen de afzet. Kinugawa: ‘In bijvoorbeeld Frankrijk staan klanten erg negatief tegenover elektrische machines vanwege de aanschafprijs. Per land verschilt de vraag naar elektrische machines, ook vanwege de subsidies. De markt zal dus de komende jaren erg grillig zijn.’
De grootste uitdaging ziet Hitachi in het kiezen van de juiste prijs-prestatieverhouding. ‘We willen vasthouden aan de Hitachi-standaard en daarin geen concessies doen. Tegelijk wil je een optimum vinden in de accu-capaciteit en de aanschafprijs. Het liefst willen we acht uur kunnen draaien met een machine, maar dat zou de aanschaf extreem duur maken. Daarom zetten wij in op accucapaciteit waarmee je een halve dag kunt draaien. Door bij te laden in de 45 minuten pauze tussen de middag kun je een volle werkdag draaien. Dan heb je een realistische accu-capaciteit. Niet meer en niet minder.’
Kinugawa denkt daarnaast dat er een grens is voor accu-elektrische machines. ‘Mijn gevoel zegt dat accu-elektrisch bij 25- à 30-tons machines ophoudt. Voor grotere machines zien wij vooral een beperking in de laadcapaciteit om deze machines nog snel bij te laden. In die klasse denken we aan brandstofceltechniek of waterstofmotoren.’
Verwacht hierin de komende jaren nog geen concrete ontwikkelingen. Hitachi zet de komende jaren vooral in op het elektrificeren van rupsgraafmachines. Dit is in aantallen de belangrijkste markt, bovendien is een wiellader of mobiele graafmachine volgens Hitachi lastiger omdat deze ook moet voldoen aan de wegtoelatingseisen. Bovenal wil de fabrikant dicht bij de markt blijven. Kinugawa”: ‘Als mensen ideeën hebben over elektrificatie of een elektrische machine willen proberen, dan staat de deur bij ons in Amsterdam altijd open.’